Leerkrachten vinden het moeilijk om aan te geven wat dan nu het vak drama inhoudt. De meeste leerkrachten zullen zeggen, iets na laten spelen of leerlingen passen drama toe als ze in hoeken werken. Overal waar je kijkt / leest vind je geen eenduidige definitie van drama.
Hasselt (2003) omschrijft een doel in zijn algemeenheid, namelijk:
“In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat drama een bijdrage wil leveren aan het bevorderen van doelen die liggen op het brede gebied van emotionele, cognitieve, sociale, motorische en creatieve ontwikkelingen.” (Hasselt, 2003, pag. 15)
Bij drama kun je ook wel zien als een middel om verschillende doelstellingen op de ontwikkeling van een leerlingen te behalen. Educatie en school (z.d.) geven bij de verschillende doelstellingen de volgende voorbeeld:
- Het stimuleren van fantasie en creativiteit;
- Het vergroten van de concentratie;
- Leren samen te werken met andere leerlingen;
- Het vergroten van je zelfstandigheid;
- Het vergroten van je zelfvertrouwen.
De wet op het basisonderwijs noemt drama “ Spel en bevordering van het taalgebruik.” (SLO- instituut voor leerplanontwikkeling, z.d., pag. 4)
Bij drama staat een specifieke spelvorm centraal, namelijk; dramatisch spel oftewel ‘doen-alsof-spel’. Het doen-alsof- spel komt veel overeen met wat de leerlingen al aan doen-alsof-spel spelen. Echter heeft het vak drama ook raakvlakken met toneel en theater.
kennen en deze leren toe te passen. Onder expressieve mogelijkheden verstaan wij mimiek, houding, beweging, taal en stem. Als leerlingen aan de slag gaan met spel dan verbeelden ze gevoelens, gebeurtenissen, ideeën en personages. Dit noemen we ook wel expressieve uitingsmogelijkheden. Tijdens spel maken de leerlingen kennis met de expressieve uitingsmogelijkheden van zichzelf maar ook van anderen en leren hierop te reflecteren. De leerlingen krijgen steeds meer inzicht in de opbouw van rol en verhaal, het gebruik van materialen en de overdracht.
Binnen drama kunnen we spreken van drama- activiteiten en dramatisch spel. Bij drama- activiteiten vinden de activiteiten altijd plaats in groepsverband. Hierbij moeten leerlingen veel samen werken en leren zij in te spelen op elkaars handelen. Bij dramatisch spel staan er drie kernwoorden centraal, namelijk: ervaren, analyseren en interpreteren. Leerlingen leren hierbij om de werkelijkheid te ervaren, dit te analyseren en uiteindelijk te interpreteren. Veel sociaal- emotionele methodes sluiten bij dramatisch spel denk hierbij aan Rots en water en SEO. Bij deze methodes worden situaties uitgespeeld en leren de leerlingen om bewuster om te gaan met het gedrag van zichzelf maar ook met het gedrag van andere leerlingen.
Als we spreken over het vak drama komen er verschillende soorten spelvormen aan bod. Wat zijn eigenlijk spelvormen? Als we het hebben over het organiseren van een dramales dan is een spelvorm het uitgangspunt van een les. Dit kan zowel een speltechniek of een werkwijze zijn dat de hele les centraal staat. Wanneer je in de kern kiest voor een bepaalde techniek, bijvoorbeeld pantomime dan moet je ervoor zorgen dat deze techniek ook al tijdens de warming-up aan bod komt. We kunnen spelvormen onderverdelen in verschillende categorieën hieronder is er een overzicht geschetst van de verschillende categorieën en de daarbij horende spelvormen.
Hieronder zijn vijf verschillende spelvormen beschreven die het meest herkenbaar zijn binnen het drama onderwijs. Voor meer informatie over spelvormen kun je terecht op de online drama methode ‘Online Drama’. (zie hiervoor de literatuurlijst voor de juiste link naar de site)
Improvisatie:
Hierbij staat het spelverloop nog niet vast. Deze spelvorm kan voor sommige leerlingen beangstigend zijn. Sommige leerlingen hebben houvast nodig, zij zijn bang dat tijdens de les geen spelimpulsen krijgen. Of dat wat ze doen niet leuk of goed genoeg is. Daarom is het bij de spelvorm improvisatie erg belangrijk dat je de les begint met een goede warming-up. Deze spelvorm wordt voornamelijk gebruikt wanneer er een goede sfeer heerst in de groep of als de leerlingen al enige ervaring hebben met drama.
Toneelspel:
Dit is een ruime spelvorm waarbij leerlingen personages en situaties nabootsen waarbij er gesproken en bewogen mag worden. Bij toneelspel komen er vaker teksten bij kijken die de leerlingen naspelen.
Pantomime
Een van de meest gebruikte spelvorm. Bij deze spelvorm wordt er geen gebruik gemaakt van tekst en attributen. Bij pantomime beelden leerlingen personages, situaties of handelingen uit. Hierbij maken ze gebruik van bewegingen, mimiek en houding.
Tableau Vivant:
Deze spelvorm wordt ook wel levend schilderij genoemd. Een tableau Vivant is eigenlijk het namaken van een schilderij. De leerlingen bevriezen als het ware in een bepaalde handeling of personage. Hierdoor ontstaat er een levend schilderij. Een van de belangrijkste regels is dat de beelden niet mogen bewegen en geen geluiden mogen maken. Doordat leerlingen alleen maar een handeling of een personage hoeven na te doen waarbij ze niks hoeven te spelen zorgt voor een spelvorm die laagdrempelig is. Deze spelvorm kun je dan ook gebruiken bij een minder ervaren groep. Deze activiteiten kunnen gebruikt worden als een begin-of eindbeeld.
Bewegingsspel:
Eigenlijk zegt de naam van de spelvorm het wel al. Bij bewegingsspel staat beweging centraal. Het heeft daarom ook raakvlakken met dans. Echter worden er bij deze spelvorm geen handelingen uitgebeeld. Waardoor deze spelvorm ook laagdrempelig is voor leerlingen. Bij deze spelvorm worden vaak bewegingen gecombineerd met geluid. Bewegingsspel is een spelvorm waarbij creativiteit en fantasie worden gestimuleerd. Hierdoor wordt het lichaamsbesef van leerlingen versterkt.
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com