Kerndoelen drama & muziek

De lessen van de methode ' Iedereen telt'  sluiten aan bij de kerndoelen en leerlijnen van TULE (SLO, 2009). 

 

Op het gebied van kunstzinnige oriëntatie zijn er vanuit verschillende uitgangspunten leerlinge ontwikkeld. De uitgangspunten worden vooral vormgegeven door de drie kerndoelen van het leergebied kunstzinnige oriëntatie. 

  • Kerndoel 54 : De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 
  • Kerndoel 55 : De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 
  • Kerndoel 56 : De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. 

Toelichting en verantwoording kerndoelen

 

Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 

 

Dit kerndoel heet betrekking op de onderdelen muziek en drama (taal en spel). Deze vakken behoren tot de kunstzinnige vakdisciplines. Het is belangrijk dat leerlingen bij de kunstzinnige vakken aan de slag gaan met betekenisvolle thema's. Hierbij worden ze zelf aangezet tot een eigen vormgeving. 


Om te komen tot een eigen vormgeving hebben leerlingen vaardigheden, kennis en attitudes nodig. " Aan de hand van het creatieve proces en met behulp van de inhouden (kennis), vaardigheden en attitudes van de kunstzinnige vakdisciplines leren leerlingen bij kunstzinnige oriëntatie betekenis te geven aan (eigen) kunstzinnige en culturele uitingen. " (SLO, 2009)

 

Muziek:

Bij dit kerndoel gaat het er voornamelijk om dat leerlingen zich muziekaal kunnen ontwikkelen. Een manier waarbij leerlingen zich kunnen ontwikkelen is bijvoorbeeld door ze naar gevoelens te laten luisteren in verschillende liedjes of muziekstukken. Muziek kan iets doen met leerlingen. Maar naast dit ervaren de leerlingen ook dat ze meer kunnen doen met muziek, denk aan: componeren, improviseren, luisteren, spelen, en zingen. Dit zijn allemaal manieren waardoor er communicatie ontstaat tussen leerlingen en muziek. Leerlingen praten bijvoorbeeld over muziek maar naast dit communiceren zij ook met muziek. 

 

Drama:

Bij drama gaat het voornamelijk over taal, spel en bewegingen. Leerlingen zijn constant bezig met het verbeelden van gevoelens, ideeën, gebeurtenissen, ervaringen en personages. Allereerst ontdekken de leerlingen de verschillende expressiemogelijkheden (stem, taal, houding, beweging en mimiek) van hun lichaam. Hierna gaan de leerlingen deze expressiemogelijkheden toepassen tijdens het spel. Spel vindt voornamelijk plaats in groepsverband. Door middel van taal, spel en beweging leren de leerlingen met anderen te communiceren. 

 

Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 

 

Reflecteren is erg belangrijk op het gebied van drama en muziek. De leerlingen leren om kritisch te kijken naar hun eigen werk maar ook op het werk van andere leerlingen of zelfs reflecteren op professionele kunstenaars. Denk dan bijvoorbeeld aan reflecteren op spel, een voordracht, verhaal of een lied. Bij het reflecteren van werk kan er gereflecteerd worden op het product maar ook op het proces. 

 

Reflectiemomenten vinden gedurende de hele les plaats. 

  • Oriëntatie: door te kijken ent e luisteren naar verschillende mogelijkheden en deze samen met de andere leerlingen te bespreken, reflecteer je op werk dat al bestaat;
  • Uitvoering: je kunt tijdens de uitvoering verschillende vragen stellen maar je kunt ook feedback krijgen van een leerkracht. Door vragen en feedback in te zetten, zet je leerlingen aan het denken over hun eigen werk;
  • Nabeschouwing: tijdens de nabeschouwing worden de werkjes van de leerlingen gepresenteerd en gereflecteerd op het proces. Ben je problemen tegen gekomen? Zo ja, hoe heb je deze opgelost. Samen met de leerlingen bespreek je eventuele oplossingen en wordt er dus gereflecteerd op het proces. 

 

Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. 

 

Bij dit kerndoel staat het cultureel erfgoed centraal. Het gaat dan bijvoorbeeld over dingen uit het verleden waaraan we veel waarde hechten. 

Dit kerndoel is onderverdeeld in verschillende aspecten, namelijk:

  • Objecten uit het verleden;
  • Rituelen en gebruiken;
  • Verhalen en mensen over het verleden;
  • Kunstzinnige disciplines. 

Door leerlingen zoveel mogelijk in aanraking te laten komen met erfgoed en kunst worden leerlingen uitgedaagd om kunst en erfgoed te beleven en te bevragen. Hierdoor ontwikkelen de leerlingen kennis over cultureel erfgoed. Door dit te doen gaan leerlingen met elkaar over communiceren en filosoferen en ontwikkelen ze waardering voor de kunst. 

 

Dit kerndoel hangt nauw samen met oriëntatie op jezelf en de wereld.