In de jungle

Groep: 1 t/m 4

Duur: 20 minuten 

Ruimte: speellokaal 

Materialen: muziekinstallatie 

Doel(en): 

• De leerlingen kunnen zich verbeelden dat ze in de jungle zijn. 
• De leerlingen kunnen handelingen uitvoeren n.a.v. van een verhaal. 

Inleiding:

Samen met de leerlingen gaat u het hebben over de jungle. Wat kunnen we allemaal tegenkomen in de jungle? Welke dieren leven er? Is iemand al eens in de jungle geweest? 

De leerlingen nemen een dier in gedachten en beelden dit uit. De andere leerlingen moeten raden welk dier het was. Geef een paar leerlingen de beurt en bespreek hierbij hoe je een dier misschien nog beter had kunnen uitbeelden.  

Warming-up:

U vertelt de leerlingen dat u een tocht gaat maken in de jungle. Samen met de leerlingen luisteren jullie naar de muziek van Bert en Ernie (zie de link onderaan deze pagina) . Laat de leerlingen luisteren en erachter zien te komen wat Ernie allemaal tegenkomt. Zo komen ze muggen tegen, moeten ze bergop lopen, moeten ze langs olifanten lopen etc. Bespreek met de leerlingen hoe ze zich op bepaalde momenten moeten voortbewegen. Bij de muggen kun je misschien de muggen wegslaan, bij de olifanten loop je zo zachtjes mogelijk en als we bergop lopen dan lopen we wat langzamer. Laat de leerlingen op hun plaats staan en speel de muziek af. De leerlingen voeren op het juiste moment de juiste handelingen uit. 

Kern:

Samen met de leerlingen ga je een tocht maken in de jungle. Overleg met de leerlingen wat er allemaal gebeurt in de jungle en welke bewegingen jullie erbij gaan maken. Noteer dit op verschillende blaadjes bijvoorbeeld door een makkelijke tekening. Leg de tekeningen in de juiste volgorde en ga de tocht met je groep aan. U, als leerkracht leidt de tocht. Vertel hierbij steeds wat u tegenkomt en doe de bewegingen voor. Als u merkt dat de leerlingen dit kunnen en je misschien nog wat tijd over hebt zou u ervoor kunnen kiezen om de leerlingen in groepjes zelf een tocht te laten bedenken waarbij er een verteller is en de rest voert de tocht uit a.d.h.v. bewegingen. U kunt de leerlingen eventueel een blaadje geven om de volgorde op te schrijven zodat de verteller precies weet wat er in de tocht gebeurt. De leerlingen mogen ook nieuwe gebeurtenissen bedenken. Door ze hierbij vrij te laten moeten de leerlingen hun fantasie gebruiken om een nieuwe toch te bedenken. 

Afsluiting:

Gedurende de afsluiting blikt u terug op wat jullie hebben gedaan. Wie kon zich heel goed inleven en dacht heel even dat hij echt in de jungle liep? U kunt hierbij nog vragen wat de leerlingen in deze les hebben geleerd. 

Als u in de kern de leerlingen in groepjes hebt laten werken zou u de afsluiting ook kunnen gebruiken als presentatie ronde waarbij de leerlingen hun eigen gemaakte tocht aan de klas laten zien.