Welles Nietes

In deze les gaan de leerlingen het hebben over meningsverschillen. Hebben zij ook wel eens meningsverschillen thuis? Wat gebeurd er als je een meningsverschil hebt? 

Verder leren de leerlingen in deze les om tegenstellingen te benoemen. Als afsluiter leren ze het lied 'Welles Nietes' 

Groep: 3/4

Duur: 30 minuten 

Ruimte: klaslokaal

Materialen: uitprinten van de songtekst zodat de woorden in de juiste volgorde op het bord komen te    staan. 

Doel:

• De leerlingen weten wat een meningsverschil is en kunnen hier een voorbeeld van geven. 
• De leerlingen weten wat een tegenstelling is en kunnen een voorbeeld geven. 
• De leerlingen luisteren naar het lied en kunnen aan de hand van dit lied tegenstellingen opnoemen en deze in de goede volgorde op het bord zetten. 
• De leerling kan meezingen met begeleiding. 

Inleiding 

In een gesprek met de leerlingen ga je het hebben over meningsverschillen. Hebben de leerlingen ook wel eens een meningsverschil? Denken zij dat ze wel eens gelijk hebben terwijl de ander zegt dat ze dat niet hebben. Praat hierover en laat leerlingen ook vertellen over hun eigen ervaringen. 

Op het bord schrijf je de volgende drie woorden: ja, lang, blij, hoog en wit. Je vraagt aan de leerlingen of ze weten wat het tegenovergestelde is van deze woorden.  Kunnen de leerlingen ook zelf tegenstellingen verzinnen? 

Warming-up

De leerlingen luisteren naar het lied 'Welles Nietes'. Van te voren vertel je de leerlingen dat in dit lied ook tegenstellingen voorkomen. Kunnen zij deze ontdekken en onthouden? Nadat de leerlingen het lied een keer hebben gehoord schrijft u met de hele klas de tegenstellingen op het bord. Waarschijnlijk kunnen de leerlingen wel wat tegenstellingen opnoemen maar staan ze nog niet in de juiste volgorde van het liedje. Probeer ze samen met de leerlingen in de juiste volgorde te zetten. Heeft u nog niet alle samenstellingen op het bord staan luister dan nogmaals naar het liedje en maak de lijst compleet. 

Hierna verdeel je de klas in twee groepen. De ene groep is de welles groep en de andere groep is de nietes goed. Bij het couplet gaan de leerlingen tegen elkaar welles en nietes zeggen.  

Kern: 

Bij het aanleren van het lied gaan we als volgt te werk. 

• In de warming-up is al geoefend met couplet. Herhaal dit nog even kort. 
• Met behulp van de woorden op het bord zingen ze het lied mee. 
• Hiena delen we de groep op in twee groepen en wordt er in wisselzang gezongen. 
• Herhaal dit meerder malen. 
• Hierna kunnen de leerlingen het lied zelfstandig zingen.