De Snoepfabriek

Groep: 3 /4 

Duur: 45 minuten 

Ruimte: klaslokaal 

Materialen: ritmestokjes, rasp, schellenraam, trom, triangel, woodblock

Doel(en):

• De leerlingen luisteren naar de muziek en koppelen dit aan een voorwerp.
• De leerlingen kunnen de verschillende geluiden naspreken.
• De leerlingen kunnen vormaspecten toevoegen aan een lied. 
• De leerlingen kunnen samen met de leerkracht een grafische notatie maken van het lied.
• De leerlingen kunnen aan de hand van de grafische notatie het lied spelen. 
• De leerling kan de maat en eenvoudige ritmische patronen uitvoeren. 
• De leerling kent de namen en speelwijzen van de schoolinstrumenten. 

Inleiding:

Ga in gesprek met de leerlingen over speelgoed gemaakt wordt. Waar zou het gemaakt worden en wat hebben we allemaal nodig (fabriek, machines etc.).

Warming-up:

In het inleidend gesprek hebben jullie het gehad over hoe speelgoed gemaakt wordt. Om dit te maken hebben we machines nodig. Laat de leerlingen luisteren naar het fragment. Weten de leerlingen wat dit is (machine)? Luister nog eens goed. Welke geluiden maakt de machine allemaal? Spreek de tekst dan regel voor regel uit en laat dit herhalen door de leerlingen. Voer de spreektekst als canon uit. Maar niet alle machines klinken hetzelfde spreek daarom de tekst eens wat langzamer, snel of heel snel uit.

Kern:

Hierna gaan jullie de tekst opschrijven in symbolen. Laat de leerlingen een symbool bedenken voor de verschillende stukjes in de tekst. De symbolen worden namelijk gebruikt als we het liedje gaan spelen met instrumenten. Verdeel de instrumenten onder verschillende leerlingen die ieder een deel van de tekst meespelen. Deel het als volgt in:

• Ritmestokjes =tik tok
• Rasp = bubbel bubbel
• Schellenraam =tisjima
• Trom = boem boem
• Traingel = ting
• Woodblock = sjoko

Afsluiting:

Laat de leerlingen in groepjes nadenken over nieuwe geluiden van een snoepmachine. Dit kun je met instrumenten doen als je er genoeg hebt voor de hele klas maar dit kan ook met body sounds of omgevingsgeluiden.